Afleverstrategie van vleesvarkens

Het bepalen van de juiste afleverstrategie is een complex vraagstuk. Het is dan ook niet mogelijk om dat voor alle bedrijven in één advies weg te zetten. Wel is het mogelijk om een aantal stappen te benoemen en handvatten aan te reiken.

Opgave van het juiste aantal

Het blijkt in de praktijk moeilijk te zijn om het juiste aantal varkens vooraf bij de slachterij slachtrijp te melden. Verschillen in groei per afdeling maar ook verschillen in opleggewicht zijn daar vaak debet aan. Probeer op basis van voercurve en opleggewichten van de biggen een juiste schatting te maken van het moment en het aantal varkens dat als kop uit een afdeling geleverd moet worden. Een weegschaal kan helpen. Ook al lever je elke week, dan zou mijn advies nog zijn om per groep of afdeling per 14 dagen te leveren in verband met rust.

Het uitzoeken van de juiste varkens

Wanner het juiste aantal varkens is opgegeven, is het voorts van belang om de juiste varkens te leveren. Vaak zie ik binnen een levering te lichte varkens in een kop- of tussengroep terwijl in de volgende levering te zware varkens worden geleverd. Varkens die 10 tot 15 kg te zwaar zijn, zijn geen uitzondering. Ze brengen meestal evenveel of zelfs minder op en ze hebben 10 tot 15 euro kosten gemaakt. De voerwinst van die varkens is daarmee gehalveerd.

Vleesvarkens

Ideaal gewicht van kop- en tussengroep

Indien er voldoende ruimte in het hok is, behoeven de varkens alleen maar de variabele kosten per kg geslacht gewicht goed te maken bij de afweging of ze kunnen blijven liggen of moeten worden geleverd. De variabele kosten bestaan uit voerkosten, risico van uitval en extra mestproductie. Totaal zullen deze kosten bij een gemiddeld bedrijf ongeveer 1 euro per kg geslacht gewicht zijn. Indien de varkens nog meer dan 1 euro extra opbrengst per varken genereren, dragen deze varkens nog bij aan een beter saldo. Het optimale gewicht hangt sterk af van de uitbetalingstabellen.

Het leegmaken van de afdeling

De berekening wanneer het economisch interessant is om de afdeling leeg te maken zit iets ingewikkelder in elkaar. Allereerst is het de vraag of er bij leegmaken van de afdeling biggen beschikbaar zijn. Als dat niet het geval is dan is dezelfde berekening van toepassing als bij de kopvarkens. Wanneer er wel biggen beschikbaar zijn moet de afweging worden gemaakt of er met het aantal varkens dat in de afdeling ligt evenveel of meer verdiend kan worden dan met een nieuwe koppel. Gemiddeld wordt er na aftrek van de mestkosten ongeveer 20 tot 30 cent per kg geslacht gewicht voerwinst gehaald. Als je uit gaat van 25 cent dan moet de koppel die er nu ligt dat voor 100% van de plaatsen minimaal ook verdienen. In geval de bezetting nu 70% is dan moet er per kg geslacht gewicht 25 cent/0,70 = 36 cent per kg marge worden gemaakt. Tellen we dit op bij de marginale kosten van 1 euro aan variabele kosten aan het eind van de mestperiode dan moeten de varkens dus minimaal 1,36 euro per extra kg meer gaan opbrengen.

Bezettingsgraad

Door bovenstaande strategie te volgen, wordt de bezettingsgraad de ideale resultante. Het heeft nooit zin om varkens waar je nog aan kunt verdienen weg te doen. Ook heeft het geen zin om varkens waar je aan gaat verliezen in de stal te houden.